Het is echt goed om leuk werk te doen. Als je met een glimlach naar je werk fietst, dan werkt dat als een trein. Tuurlijk, jij merkt dat meteen, maar een ander ook. Jij levert kwaliteit, dat kan haast niet anders. Plezier in je werk en een flutproduct of -dienst leveren, dat gaat niet samen.

Maar wat nu als je als een berg tegen je werk opziet, en je weet dat het wel belangrijk is om te doen?

Voorbeeld: je bent leraar en in die rol ben je verantwoordelijk voor het aanspreken van je leerlingen op ongepast gedrag. Ja, en misschien spreek je ook met ouders hierover. Nu, dat zijn vaak niet de hoogtepunten van je dag. Alleen is het wel belangrijk om te doen.

Bij de leuke taken is het meteen duidelijk. Je ogen stralen tijdens de uitleg van het wat ingewikkelde, maar interessante onderwerp. Misschien weet jij je vak net iets juicier te maken, als dat een woord is.

Alleen er komen situaties voor die minder prettig of zelfs heftig zijn of waar je ogen op voorhand al van gaan rollen. En jij bent op dat moment de verantwoordelijke en deskundige ter plaatse. Momenten waar iets rottigs gebeurt, waarbij het belangrijk is dat jij handelt. Niet leuk, wel belangrijk. Niet direct voor jou, maar wel voor die leerling of die ouder. Wat een verschil kan je maken in het leven van de ander? Superbelangrijk, niet?

En ook iets waar je tegenop kan zien, want misschien schieten ze wel op de messenger en heb jij het gedaan. Of, heb je wel kundig en met volle aandacht gehandeld, maar lijkt de uitkomst meer op een modderbad.

Als je nu elke dag te maken hebt met taken die belangrijk zijn, maar waar je een beetje of misschien enorm tegenop ziet, hoe deal je daarmee?

Laatst sprak ik hierover met een coachee en dat gesprek bleef daarna in mijn hoofd rondzingen. Werk leuk vinden is belangrijk en levert iets goeds op. Alleen in onze cultuur is plezier en geluk zo ongeveer heilig verklaard. Hoe verhoudt zich dat tot de belangrijke taken, die echt pittig zijn? Zijn we bereid om offers te leveren voor een hoger doel of een groter verhaal?

Afgelopen week zag ik Sigrid Kaag in het nieuws. Zij werkt voor de VN als coördinator humanitaire hulp en wederopbouw in Gaza. En in het interview vertelde ze dat ze iets dichter bij haar werk wilde wonen, in Gaza. Even daarvoor had ze juist die plek beschreven als zo ongeveer de engste plek op aarde. Sigrid is ervan overtuigd dat wat ze doet echt belangrijk is en ze is bereid om hiervoor offers te leveren. Als je haar vraagt: “En Sigrid, vind jij je werk nog een beetje leuk?” Ik denk dat ze je dan een beetje warrig aankijkt en reageert zo van: “is dat belangrijk dan?”

Open chat
1
Stel gerust je vraag
Wil je weten hoe ik jou kan helpen? Stuur mij een bericht.